‘Hoe je gegroeid bent’ – een micro-essay voor Robin Kramer’s Antropozine

De Antropozine is een bundel verhalen en tekeningen over onze relatie met de niet-mensen. Neem even contact op als je er één wilt, er zijn nog een paar.

En ik sta er nu heel anders in. Ik heb me ook ingeschreven voor een hele leuke studie. Dat is safety and security management, dat is zeg maar op een internationaal niveau advies geven over veiligheid. Dus er is ergens crisis, dan ben jij degene die zegt je kan het het beste zus en zo aanpakken. Dus dat is heel gaaf, als back-up. En weet je, ik ga met mijn hart achter defensie aan, dat is toch wel echt een jongensdroom, om het maar zo te zeggen, maar als dat niet lukt is het gewoon heel prima, want dan heb ik gewoon een leuk alternatief.

Op tv delen twee Franse schapenherders stukjes worst uit aan een roedel honden. Het waait er, maar niet te hard om er met een cameraploeg op uit te gaan. Herder twee, met de paardenstaart, klikt een laatste nekband vast en veert op. Hoog gras, fleecetruien, ‘koop nou eens goede schoenen’-schoenen. Zometeen gaat de zon onder en kunnen de jongens met de honden meekijken door de nachtcamera’s die onder hun koppen bungelen. Welke honden weren wolven, hopen ze te achterhalen.
Wat ze gaan zien: dat er twee soorten honden zijn. Stoere honden en blaffende honden bijten niet. Dat zien ze wanneer de beesten het vroeg op de avond onderling aan de stok krijgen. Want een deel rent naar de ophef toe, ziet er een buitenkansje in om zich berucht te maken, en een ander deel maakt zich uit de voeten. De kijker thuis poneert een hypothese, de stoere honden zullen wel goed zijn tegen de wolven. De rest kan voortaan thuisblijven.

Want vooruitgang betekent dat je een soort modelleert naar zijn beste vertegenwoordiger.

24 maart heb ik dan dat psychologische onderzoek, dat is dus die dag waar ik vorige keer ben uitgevallen. Ik heb superveel zin om ze gewoon eens te laten zien hoe ik gegroeid ben en om gewoon even te laten zien van, ‘hé, dat is wie ik was, dit is wie ik ben’. Dat zijn wel twee verschillende personen, en wie ik ben is toch wel echt een gave vent. Maar als ze nu zeggen ‘niet geschikt’, is de kans sowieso groot dat ze zeggen ‘überhaupt niet geschikt’. Het is niet een baantje waar je opnieuw en opnieuw en opnieuw op kunt solliciteren, totdat je er dood bij neervalt, om het maar zo te zeggen.

Een beeldscherm verlicht twee herdershoofden, voor de rest is het donker. De graslanden zijn voor een nachtje een impromptu surveillancestaat en de honden zijn er niet van op de hoogte. ‘Business as usual’, denkt de roedel, behalve dat je dat niet denkt als de business usual is.
Woef, blaf, bark.
Een hond maakt lawaai en er is een wolf. De roedel vliegt erop af en jaagt hem weg. Voor de schapen het volledig doorhebben is hun leven gered. Wie de wolf wegjoeg: een stoere hond, natuurlijk, behalve dat de wolf veel te laat was opgemerkt als de bange hond niet had geblaft. Aha, zeggen de herders, een roedel functioneert door een veelheid aan persoonlijkheden. Bange honden zijn waakzaam, of misschien zijn waakzame honden bang. En misschien is onderling gevecht wel een sollicitatiegesprek, een verdeling van rollen.

Plaats een reactie